In Borne, bij kunststichting de Werkplaats, ging afgelopen zondag de tentoonstelling geestgronden van Wiebe Bloemena van start. Een week tevoren stond het werk, nog deels onuitgepakt, langs de wanden. Het varieert van tekeningen tot olieverfschilderijen en van briefkaartformaat tot enkele vierkante meters doek.
Het gaat om werk van de afgelopen twee jaar, meestal landschappelijk van aard met als sleutelstuk het prachtige Fossielen uit 1999. In tere herfstkleuren zet Bloemena naast elkaar: een fossiel, een schelp, een ramshoorn en een hoed. Vormen die een andere vorm omhuld hebben, die ontstaan zijn uit hun tegendeel. Die hard en onomkeerbaar lijken, maar evengoed als zachte tijdelijke vormen deel uitmaken van een eeuwig veranderingsproces. Bloemena’s kracht schuilt in het onthullen van eindeloze dieptes in een voor het oog heel gewone platte wereld. Hij denkt in beelden, hij denkt al kijkende en ontwaart de ene ongerijmdheid na de andere. Vaak is zijn werk, juist door die onorthodoxe blik, goed voor een lach. Het werkt bevrijdend en relativerend de dingen net even anders dan anders te zien. Bloemena heeft zich tot dusver altijd laten kennen als een nuchter poëet. In zijn jongste werk is er een iets andere sfeer ontstaan. Het bos wordt gekapt, Moeder Aarde bedreigd. Sommige schilderijen hebben nog iets vrolijks naïefs. Al die vrolijk gekleurde autootjes met zaag- en graafwerktuigen zien er uit als hoofdrolspelers in een kinderprentenboek. Het landschap bestaat uit eindeloze heuvels; wat er staat te gebeuren kan geen echte bedreiging vormen. Maar als het bos zich verengt en wie zien de stammen vallen en de vuren oplaaien, wordt het menens. Dan slaat het groene landschap om in een baaierd van oranje en blauw en ontstaat een bijna tastbare bedreiging. Ook het formaat doet mee. Twee lange horizontale doeken geven een bosbrand in oranje en bruin weer en een lam voor een lege wereld in oranje en blauw te zien. Het zouden voorstudies voor twee enorme fresco’s in een kerk kunnen zijn: de Apocalyps indringend verbeeld.
Stomende geisers
Bloemena’s werk laat zoals altijd een duidelijke ontwikkelingsgang zien. Als hij nieuwe thema’s aanboort zijn die altijd verbonden met zijn eerdere werk. Het landschap dat hij nu vrij en uit het hoofd schildert, heeft zijn herkomst in de IJslandse landschappen van een paar jaar terug. Dat hij overrompeld zou worden door dat vreemde lege landschap met zijn groene heuvels en stomende geisers lag voor de hand. Daar immers is de wereld in wording, zoeken land, lucht en water hun verbinding en daarmee hun vorm. Bij het zoeken naar vorm van Bloemena komt meer kijken dan alleen een kromme of een rechte lijn, een kleur of een structuur. Bloemena’s vormen en dus zijn schilderijen komen tot stand uit de beelden die de wereld hem aanlevert, door het oog waarmee hij die beelden beziet en door de droom waarin hij die beelden verwerkt en emotioneel kleurt. Geestgronden noemt hij deze tentoonstelling en dat is een mooie suggestieve titel. Bloemena’s landschappen geven grond aan de geest, diepte aan het platte vlak en een wereld vol abstracties aan de figuratie in de kunst van vandaag.
Naar aanleiding van de tentoonstelling Geestgronden bij Kunststichting de Werkplaats Borne, december 2002.